Praktijkopleidingen zorg en techniek populairder, ook door 'overstappers'

De praktijktrajecten techniek en zorg op het mbo krijgen weer meer studenten, blijkt uit nieuwe cijfers van de MBO Raad. Het zijn niet alleen leerlingen afkomstig van het vmbo. Er zijn ook steeds meer mensen die zich laten omscholen, van bijvoorbeeld manager in een supermarkt tot installateur in de bouw.

De Beroeps Begeleidende Leerwegen (BBL) groeiden in 2022 met 8 procent ten opzichte van het jaar daarvoor bij zowel techniek als de zorg. In de BBL werk je drie of vier dagen per week en ga je een of twee dagen naar school.

In totaal begonnen het afgelopen schooljaar ruim 19.000 mensen aan de praktijkopleiding 'zorg, welzijn en sport' en ruim 11.000 aan de sector 'techniek en gebouwde omgeving'.

De stijging bij de twee richtingen is opvallend, omdat in het mbo als geheel de instroom juist licht daalt. Over de hele linie nam het aantal aanmeldingen vorig jaar met 1,5 procent af tot ruim 151.000. Die daling is al sinds 2019 zichtbaar. De MBO Raad maakt zich daar zorgen over, omdat er op de arbeidsmarkt juist grote behoefte is aan praktisch geschoold personeel.

Baanzekerheid

"Techniek staat momenteel juist meer in de belangstelling, onder meer vanwege de energietransitie en de verduurzaming", zegt Eric Linthorst, voorzitter van de verzamelde leerbedrijven in Noord- en Oost-Nederland. "De krapte leidt ertoe dat ouders techniek zien als een werkterrein dat zorgt voor veel baanzekerheid. En de beeldvorming rond de techniek is positiever geworden. Het wordt nu meer gezien als een mooie combinatie van fysiek werk en denkwerk."

Steeds vaker kiezen zij-instromers voor een BBL-traject, ziet Linthorst: "Mensen die iets ouder zijn en die overstappen. Bijvoorbeeld een supermarktmanager van in de dertig die meer met zijn handen wil doen. En vandaag begint er bij mijn eigen bedrijf iemand van 25 jaar die boodschappen bezorgde voor een supermarkt, maar zichzelf dat niet meer heel lang zag doen."

Dat zien ze ook bij de Gelderse mbo-instelling Aventus. Daar begonnen vorig jaar bijna 300 studenten boven de 40 jaar aan een BBL-traject, drie keer zo veel als in 2020. Het overgrote deel van hen begon bij de sectoren techniek en zorg.

Zo hoog mogelijk

De dalende trend op het mbo als geheel heeft onder meer te maken met de verouderende bevolking: er zijn steeds minder jongeren. Maar dat is niet het enige. "De druk op jongeren om te gaan voor 'hoger is beter' is nog steeds groot," zegt voorzitter van de MBO Raad Adnan Tekin. Geslaagde vmbo'ers kiezen bijvoorbeeld steeds vaker voor havo in plaats van mbo, terwijl er juist behoefte is aan goed opgeleid mbo-talent. Tekin: "Voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken en de krapte op de arbeidsmarkt zijn mbo'ers onmisbaar."

NOS Nieuws

Referenties